Go Buiksloterham
Voor een woongebouw in collectief opdrachtgeverschap kregen we als bouwgroep een lang kavel toegewezen, dat we – als we willen - volledig mogen bebouwen. Omdat het stedenbouwkundige plan echter voorziet in hoogbouw op de naastgelegen kavel, weten we dat de zuidwestkant van ons kavel voor een groot deel van de dag in de schaduw ligt.
Licht en uitzicht
Om de woningen tóch direct zon- en daglicht te geven, maken we een hoog compact volume. Aan de zuidoost kant, met uitzicht op de stad, halen we een grote hoek uit het gebouw, met een cascade aan grote L-vormige balkons. De westkant van het kavel laten we onbebouwd. Daar is ruimte voor een échte tuin. Naast balkons op het zonnige zuidoosten krijgen alle appartement ook een ruim balkon op het meer schaduwrijke westen, met uitzicht op de tuin. Het totale oppervlak aan buitenruimte is tussen de 20 tot 30 vierkante meter per appartement.
Second skin
Op de balkons na, krijgt het hele gebouw een tweede huid: een extra glazen gevel, met een open spouw. Gezeefdrukte panelen zorgen voor diverse gradaties van wit naar transparant. De wisselende patronen verzachten de hardheid van het materiaal en zorgen voor een melkachtige abstractie, die van het gebouw niet meer onthult dan de vage contouren. Wat zich achter de gevel afspeelt blijft onscherp en ongrijpbaar.
In de glazen gevel verwerken we bovendien zonnecellen. De kabels werken we onzichtbaar weg in de glashouders, zodat frames rondom de glasplaten niet nodig zijn. De zeefdruk en de zonnecellen werpen een patroon van schaduwen af op de gevel daarachter.
Een wereld tussen twee gevels
De ruimte tussen de twee gevels is zo’n 40 centimeter. Op een aantal plekken komen stalen kaders: extra ruimte waarin je, tussen je gevels, kunt zitten of een boek kunt lezen.
Transitieruimte
Aan de straatzijde bieden de eerste en tweede verdieping een levendig beeld. In tegenstelling tot de rest van het gebouw is de gevel daar volledig transparant. Er zijn extra hoge atelierruimtes, met onder andere een een reclamebureau en een foto- en dansstudio. Vanaf de straat kunnen voorbijgangers bovendien de hal in kijken. De hal is de verbinding tussen de straat en de achterliggende tuin. Naar de tuin toe wordt de hal steeds hoger en dwars door de hal heen loopt een houten brug naar het dakterras. De hal is groot. Groot genoeg voor een feest, of een expositie voor de buurt.
De vloeren, wanden en het plafond van de hal zijn afgetimmerd met hout. Dat geldt ook voor de balkons, de tuin en het dakterras. Al die met hout afgewerkte ruimtes zijn een warme prettige tussenwereld, de overgang tussen het leven binnen en buiten het gebouw.
Een duurzaam, circulair gebouw
We gebruiken een minimum aan beton voor de dragende balk- kolomconstructie en er zijn zo min mogelijk dragende wanden en gevels. Ze zijn van glas en hout en eenvoudig te vervangen en te recyclen. De parkeervoorziening is niet meer dan een houten overkapping op maaiveld: de footprint van het gebouw bleef zo minimaal: de bomen in de tuin staan in de volle grond. Het woonblok is niet aangesloten op stadswarmte. Het gebouw heeft een gesloten warmtepomp, dubbele kierdichting, triple glas en zonnecellen op het dak en in de gevel. De EPC=0
Oplevering | 2020 |
Projectteam | Sophie Valla, Guido Schot, Wout van Vreeswijk, Amélie Alligier, Sara Ramadane, Peter Brandsma, Wout van Vreeswijk |
Opdrachtgever | Bouwgroep Go Buiksloterham |
Bouwkunding aannemer | Bouwbedrijf M.J. de Nijs & Zonen |
Fotograaf | Jeroen Musch |